Complot Archeologie
leestijd 2 minuten

Complot Archeologie

Complot Archeologie

Geachte Rijksrecherche,

Momenteel is veel aandacht voor lopende complotten. Dit juichen wij toe, maar er is te weinig aandacht voor vergeten complotten. Het ligt in de aard van complotten dat de deelnemers na hun dood zo weinig mogelijk bewijs achterlaten. Toch werken hun complotten door in het heden. Ja: ons hele huidige bestaan is het resultaat van samenzweringen waar we het fijne niet van weten. Daarom hebben wij deze maand de Werkgroep Vergeten Complotten (WEVERCOM) opgericht.

Al tijdens de eerste vergadering kwam onze secretaris met belangrijk materiaal dat hem is toevertrouwd door een aangetrouwde oudtante op haar sterfbed. Zoals u ziet is bijgevoegde enveloppe met stempeldatum 22 juni 1966 geadresseerd aan toenmalig premier Jo Cals in zijn ambtswoning, het Catshuis te Den Haag. Afzender is archieven-vernietiger Hartmans & Zonen uit Rotterdam. De enveloppe is leeg, maar duidelijk is dat er correspondentie was tussen Cals en Hartmans.

De vraag is nu: waarom? Wat had de minister-president te vernietigen? Ging het hier om gevoelige documenten rond het omstreden huwelijk tussen Beatrix en Claus van drie maanden eerder? Is er heimelijk bezoek geweest aan het Catshuis door leden van het koninklijk huis, in het bijzonder prins Bernhard? Reed de prins al doende te hard, zijn daarbij slachtoffers gevallen? Of ging het om het verbranden van begrotingsstukken, waarover vier maanden later het kabinet Cals zou vallen in de Nacht van Schmelzer?

Schmelzer in zijn nacht van 13 op 14 oktober 1966, met geredde papieren die duidelijk niet pluis zijn.

En waarom liep deze correspondentie met Cals niet via zijn kantoor aan het Binnenhof, maar direct naar zijn ambtswoning? Waar hij tenminste één flinke houthaard ter beschikking had. Maar die voldeed blijkbaar niet, want de vernietiging moest 'electrisch'. Liep zijn brisante archief dusdanig in de papieren dat hij het niet ongemerkt kon opstoken in de zomermaand juni? Stuurde Hartmans een vrachtwagen?

Wij denken hier iets groots op het spoor te zijn. Te groot voor onze kleine, kwetsbare organisatie. Graag willen wij u verzoeken een grondig onderzoek in te stellen. Er zijn nu twee mogelijkheden: of alle betrokkenen zijn overleden. In dat geval kan niemand nog resten van het archief bewaken. Of: het ging hier om een dermate geheime chefsache, dat we ons ook nu nog niet veilig kunnen voelen met deze aanwijzing in ons bezit.

Wij vrezen het laatste, omdat zoals bekend alle complotten samenhangen in een torenhoge, evolutionaire complottenboom. Van hierboven in de twijgen en takken van het heden, naar beneden langs de stam en zo duizenden jaren terug tot de wortels, daar waar het grote Oercomplot huist. Wij leven in angst en willen u deze enveloppe per direct in bewaring geven.

In discreet vertrouwen,

J.G. Juintjes, Bensingerbroek