Creatieve Computers
leestijd 7 minuten

Creatieve Computers

Creatieve Computers

Leven we straks in een wereld met computers die betere kunst maken dan wij? En zou dat erg zijn? Klik hier voor de documentaire Tussen kunst & Computer en hoor hoe kunstenaars daar zelf tegenaan kijken: ‘Creativiteit is inherent menselijk.’ Ook schreef ik onderstaand artikel voor de VPRO-gids:

Wordt kunst een koud kunstje?

Computergestuurd lichtkunstwerk (1993) van Peter Struycken in Rotterdam

In de trein naar Peter Struycken maak ik me nog steeds boos. Het zal toch niet waar zijn? Dat ai ons straks overtroeft in creativiteit? Volgens mijn goede vriend Victor zijn we binnenkort al het haasje. Hij weet alles van computers en volgt de ontwikkelingen zowat in real time. Behalve als we wandelen in de duinen, waar we steeds vaker in verhitte discussie raken. Ik moet mij als journalist intensief in ai verdiepen, vindt Victor. Dat lijkt me zeer vervelend, hoezo? Omdat de ontwikkeling razendsnel gaat, zegt Victor. Volgend jaar schrijft ai al mijn stukken. Dat is tegen het zere been.

Mijn creativiteit gejat? Kom op zeg, door zo’n stom telraam? We lopen steeds sneller, ik met driftige passen, nog net geen ruzie. Thuis laat het me niet los. Een computer die ons meest menselijke domein inpikt? Victor appt filmpjes door met experts, vaak entrepreneurs die leven van de hype en in superlatieven praten, soms wetenschappers die ook van alles zien aankomen, maar niet precies weten wat. Maar online mis ik de stem van creatieve professionals bij uitstek: kunstenaars die al jarenlang digitaal werk maken. Wat denken zij? Is de volgende Van Gogh een computerprogramma?

Peter Struycken: 'Exploderende kleur bij Skrjabin en Boulez'

Boven in het Gorcums Museum loopt Peter Struycken (1939) langs schilderijen met veelkleurige stippen, blokken en schuine lijnen. Allemaal eigen werk, want tot september is hier een expositie om de nestor van de Nederlandse digitale kunstenaars te eren. Hij vindt de Van Goghvraag wel interessant. ‘Een creatieve computer? Dat zou mooi zijn. Dat zou betekenen dat die een selectie kan maken uit de oneindige complexiteit om ons heen en voorstellen doet over een mogelijke realiteit.’ Dat doen al die plaatjesdromende ai-programma’s toch ook al? ‘Nee hoor, die zijn primitief en buitengewoon banaal. Ze maken plaatjes met oppervlakkige kenmerken van een Van Gogh, maar dat is nog geen creativiteit.’

Struycken was de eerste kunstenaar in Nederland die visuele vormen liet uitrekenen door de computer. In 1967 studeerde hij op het Instituut voor Sonologie in Utrecht, een experimenteerplek voor elektronische muziek met behulp van algoritmes. ‘Die wilde ik ook gebruiken voor visuele vormen, want als je een komma aan het algoritme wijzigt verandert het hele beeld. Je gebruikt het dan als kwast. De algoritmes gingen op ponskaarten naar het Rekencentrum, waar de computer de hele nacht ratelde op een uitdraai van bijvoorbeeld een kubus. ‘Je had nog geen tekenprinters, de kubus bestond uit letters en cijfers waartussen je zelf lijnen moest trekken met een viltstift. Niemand deed zoiets, de reacties waren erg argwanend omdat ze dachten dat je niet meer zelf beslist als je iets aan de computer overlaat.’ Daar waren ze toen dus al bang voor, ruim een halve eeuw voor Dall-E en Midjourney, terwijl Struycken nog controle had over het resultaat. ‘Nou, zo veel als nodig was, hoor. Ik kon niet altijd voorspellen hoe combinaties van rekenkundige functies in beeld zouden uitpakken.’

Het gezicht van de VPRO door Jaap Drupsteen, jaren zeventig.

Terwijl Struycken in de jaren zeventig met steeds krachtigere computers werkte, ontwierp grafisch vormgever Jaap Drupsteen (1942) het gezicht van de vpro nog analoog met papier, airbrush, snijden en plakken op karton. Denk aan het bekende tubavormige omroeplogo waarachter wolken voorbijdrijven onder aanzwellende muziek.

‘Er kwam geen computer aan te pas, alleen zo’n blue screen waarmee je een gat in het kleurenspectrum kon uitbijten om daar een ander beeld in te plakken. Dat ging met elektronische camera’s, niet digitaal. Eigenlijk heel gebrekkig, met van die ruisende randen langs het aangevreten gat.’ Zodra het kon stapte Drupsteen over op computers en nu componeert hij abstracties die hij projecteert bij eigen en andermans muziek tijdens housefeesten en op orgels in kerken.

Drupsteen gelooft niks van ai als de nieuwe Van Gogh: een intelligent programma dat uit de veelheid van alle online-informatie een nieuwe kunstvorm destilleert die ontroert en uniek is. ‘Hoe moet dat programma bepalen wat relevant is? Daar moeten hoogontwikkelde menselijke editors bij zitten, anders kan het geen keuzes maken die hout snijden.’ Van plaatjesgeneratoren heeft hij geen hoge pet op. ‘Ik heb nog nooit een originele afbeelding gekregen, het lijkt altijd op alles. En het is heel moeilijk om abstracte beelden te genereren: hoe omschrijf je die? En hoe bepaalt de ai vervolgens of een vorm vrij is van betekenissen? Hier zou weleens een nieuwe, bizarre kunstvorm kunnen ontstaan. Met de kunstenaar als omschrijver van visuele ideeën, die ai tot schitterende wanhoop weet te drijven door op hoog niveau instructies te geven.’

Drupsteen zoekt onophoudelijk de grenzen op in zijn grafische software. ‘Die heeft overal onbedoelde openingetjes naar andere ideeën en beelden. Als ik daarmee knoei, ze combineer en aan elkaar knoop, kan ik mooie landschappen maken met kleurverloop en visuele echo’s. Ik laat altijd ruimte voor serendipiteit, de ongezochte vondst.’ Daardoor is wat Drupsteen maakt altijd anders, maar herken je toch zijn hand. Het is maar zeer de vraag of zich online ooit een ai-Drupsteen meldt.

Detail van TKN105 11APR91 door Peter Struycken. Klik erop voor het hele kunstwerk.

Herkenbaarheid kenmerkt ook het werk van Peter Struycken. Miljoenen Nederlanders plakten ruim dertig jaar lang zijn postzegel met puntjesportret van Beatrix op brieven en pakketjes. In Gorinchem staat hij nu stil bij een stippenschilderij, net een rivierenlandschap van talloze, wervelende rode, groene en blauwe punten. Daar heeft Struycken indertijd heel wat voor uitgerekend. Keurde hij voorstellen van de computer ook weleens af? ‘Oh, eindeloos! Je hebt honderden oplossingen nodig voordat je denkt: dát komt in de buurt van wat ik wil. Voor die selectie is de menselijke geest nodig, en een soort ambitie, een samenstel van wensen, impulsen, voorkeuren. Het is vrij duister waarom je iets kiest. En ik stuur het algoritme altijd een beetje weg van het toeval. Toeval is oersaai, dan krijg je het thermische ruisbeeld van de televisie. Dat is telkens anders, maar toch kun je het verschil tussen de beelden niet zien. Als je de toevalswerking niet helemaal toevallig maakt, krijgt het beeld karakter.’

'The Forgettable Art Machine' maakt ai-kunst van Matthias Oostrik (rechts) in interview met Marten Minkema

Bij computerkunstenaar Matthias Oostrik (1980) zitten we voor een groot beeld- scherm. Een camera fotografeert ons elke dertig seconden en maakt daar meteen een kunstwerk van. De ene keer zijn we een aquarel, dan lijken we een borduursel of gemaakt van ijzerdraadjes. Het beeld bestaat een paar seconden, dan is het onherroepelijk verdwenen. ‘Daarom heet dit The Forgettable Art Machine,’ legt Oostrik uit. ‘Een ai-model dat honderden gecureerde kunststromingen en stijlen bevat. De computer analyseert jouw beeld en maakt een compositie die bijvoorbeeld lijkt op een Van Gogh, maar het heeft absoluut niet de emotionele overtuiging van een originele Van Gogh. De variatie is oneindig, elke keer denk je: wow, dit is goed, dit is mooi! Het gaat te snel om te zien dat het alleen maar lijkt op kunst, dat het geen kunst is. Het mist samenhang, misschien wel menselijkheid. En dat klopt ook, want het is niet gemaakt door een mens.’

Nog meer ai-kunst van Matthias in gesprek met Marten

Toch creëert de ai hier iets. Schurkt dit tegen creativiteit aan? Oostrik vraagt Chat-gpt wat creativiteit is. Antwoord: ‘Het ver- mogen om nieuwe en waardevolle ideeën te bedenken en te realiseren. Het draait om het origineel denken en het vinden van innovatieve oplossingen.’ ‘Ha! Dit is dus precies wat ai niet kan. Het kan bestaande ideeën fantastisch overtuigend brengen en iets genereren waar misschien een leuk idee tussen zit, maar het is aan mensen om dat eruit te vissen.’

Dus op welke termijn wordt ai écht creatief? ‘Nou, daar hoeven we voorlopig niet bang voor te zijn, want creativiteit is iets inherent menselijks. De creatieve computer komt pas als zelfrijdende auto’s komen en die liggen al heel lang steeds twintig jaar in het verschiet!’ Met sint-juttemis dus, met een slag om de arm. Dat lijkt mij een prettig vooruitzicht. Want wat moeten we nog in een wereld vol computers die beter beeldhouwen, dichten, films maken, schrijven en schilderen dan de mens? Waar blijven we dan met ons zelfrespect en onze ijdelheid?

En nog een derde ai-kunstwerk (uit tientallen), door de computer gemaakt tijdens het VPRO-interview.

Toch ziet Peter Struycken de eerste ai-Vincent graag komen. ‘De echte Van Gogh lag toch ook ver buiten onze macht? Naast hem voel je toch ook geen ijdelheid? Dus wat maakt het uit als het straks een creatieve computer is die handreikingen geeft om anders naar de wereld te kijken? Want dat is toch de taak van kunst.’

De eindredactie van de VPRO - DOCS-documentaire 'Tussen Kunst & Computer' deed Remy van den Brand, eindmix: Alfred Koster.