Pozzebokken
leestijd 3 minuten

Pozzebokken

Pozzebokken

Tekenaar Peter Vos is niet meer. Sinds gisteren, hij werd 75 jaar oud. Vos is bekend van het Beestenkwartet en het leeuwtje van Vrij Nederland. Maar voor mij is hij de tekenaar van De Pozzebokken, mijn favoriete kinderboek. Een pozzebok is een zeldzaam fantasiewezen, dat alleen bij toeval wordt geboren als een kind aan het tekenen is. Dan verschijnen poppetjes, krabbels, auto's, en soms, heel soms een pozzebok. Die dan 's nachts tot leven komt en je meeneemt voor een vliegreis naar het pozzebokkenbos.

Als kind probeerde ik dagen achter elkaar achteloos pozzebokken te tekenen, alsof het per ongeluk ging. Dat lukte niet, want het bleven steeds expres getekende pozzebokken. En dat mag niet, die komen nooit tot leven. Dat was briljant bedacht door de schrijver, de onvolprezen Bouke Jagt. Want Sinterklaas valt bij ieder kind vroeg of laat door de mand, maar in pozzebokken ben ik altijd blijven geloven: wie zegt dat ze niet bestaan? Je kan alleen niet bewust naar ze gaan zoeken.

Er zit natuurlijk wel iets scheef. Peter Vos heeft de pozzebok wél heel bewust en precies getekend. Toch fladderen ze bij hem zo van het papier. Soms keek ik 's ochtends in het boekje om te controleren of ze er nog allemaal waren. En die neiging heb ik nog steeds. Nu was Peter Vos in 1971 niet de eerste illustrator van De Pozzebokken. Al in 1962 publiceerde Bouke Jagt het verhaal in twee deeltjes, met tekeningen van zijn vrouw Nanda van Essen.

Het eerste Pozzebokkenboekje uit 1962, uitgeverij Van Holkema & Warendorf, Amsterdam. Dit exemplaar gaf Bouke aan zijn moeder. Hieronder deel twee. Ze zijn samengevoegd in de versie van Vos.

Van Essen tekende de pozzebokken heel schetsmatig. Ze had goede kijk op de plek waar de tekeningen in de tekst pasten, wat ze moesten uitbeelden en hoe. Vos heeft weinig veranderd aan haar opzet.

Vergelijk de bladzijden hierboven maar met de bladzijden hieronder. Zelfs de nummering van de pagina's is hetzelfde gebleven.

Maar Peter Vos tekende de pozzebokken pas goed wakker. Hij had een stijl die je uit duizenden herkent met een oer-Hollands sfeertje, hoewel ik niet precies kan duiden waarin dat zit. Voor mij hoort het universum van Vos bij de jaren zestig en zeventig, een tijd van wilde tuinen en verbeelding, met zijn Sprookjes van de Lage Landen en metamorfosen - half mens-, half dierachtigen. De boerenkermis en het beestenrijk zijn nooit ver weg, het zomerse gezoem en menshoog opschietend onkruid dringt door tot in iedere vierkante centimeter van zijn zomerse plattelandschappen, bevolkt door onmiskenbare kaaskoppen met ongewassen ragebollen en pokdalige huid in een haast middeleeuwse wereld, van lang voor de ruilverkaveling.

Peter Vos was in 2003 te gast bij Chris Kijne voor een Marathoninterview van de VPRO-radio.

Ze zijn nu heel droevig, daar in het pozzebokkenbos. En Bouke Jagt is er ook al zo lang niet meer; lees hier een in memoriam. Het is hoogste tijd voor een herdruk, zodat de pozzebokken zich niet meer zo alleen en verlaten voelen.