What's in a Name?
Slordige spreektaal is niet erg. De boodschap komt wel over en de woorden zijn binnen de kortste keren verwaaid: die hullies, de hoe-duur-kost-datten en de hij-hebs. Onzorgvuldige schrijftaal blijft wat langer hangen. Neem nou bedrijfsborden, die uitroeptekens van het openbare leven. Je kunt ze niet ontwijken, soms loop je er wel drie keer per dag langs en steeds valt het foutje weer op.
Een bijzondere categorie is taalgebruik dat op zich niet fout is, maar rare associaties oproept. Ik bedoel, als je Burgers heet en je hebt een afrekenbedrijf, dan zet je dat toch niet achter elkaar? Dan verzin je toch iets anders?
Afrekensystemen van Burgers voor Medeburgers. Dat klinkt nog steeds niet vriendelijk, maar er zit wel speling in. De foto is geloof ik genomen in Hoogeveen, waar ik sowieso nooit vrolijk van word. De zaak was dicht en binnen straalde een iel TL-buisje. Dat helpt ook al niet.
Een hilarische bedrijfsbord-aberratie vond ik deze maand in Roosendaal.
Maar het kan nog beter als je de hoek omloopt naar de laad- en losplaats van het baby-gebeuren.
In het katholieke zuiden werden vondelingen vroeger bij voorkeur in het portiek van een klooster neergelegd. Gezien de ontkerkelijking is er nu een kordaat ogend alternatief. Zoiets. Het schijnt zelfs een landelijke keten te zijn. Wordt vervolgd.