Bruto Nationaal Geluk
Zeker sinds de kredietcrisis van 2008 is klip en klaar: ons kapitalisme rust op drijfzand. In reactie smijten overheden met geld om banken en consumptie te stutten, maar dat moet ooit terugbetaald. Wat betekent dat voor onze pensioenen, thuiszorg en streekbussen? En wanneer komt de volgende crisis? Gaat Nederland verarmen? Mogelijk.
Maar dat hoeft geen ramp te zijn. Want misschien kunnen we ons dan alsnog rijk rekenen en ook nog eens gelukkiger én beter voor de natuur. Dan moeten we groei wel anders gaan meten en definiëren, los van het Bruto Nationaal Product (BNP), dat heilig verklaarde economisch groeicijfer. Het bergstaatje Bhutan ging ons voor. Zijn we klaar voor hun Bruto Nationaal Geluk? Namens de VPRO-Gids deed ik onderzoek door Nederland in een vierluik, gepubliceerd tussen 7 en 28 september 2010.
In de eerste aflevering bezoek ik Overdie, een Alkmaarse volkswijk waar ze de oude kunst van burenhulp nog kennen. Burenhulp was ooit bittere noodzaak, je moet de armoede van vroeger niet romantiseren tot 'toen was geluk nog heel gewoon'. Maar waar mensen naar elkaar omkijken is het welzijn wel degelijk hoger dan in buurten waar iedereen langs elkaar heen leeft. Dus: wat kunnen we leren van Overdie? Lees het in: 'Verloren geluksgevoel'
Villawijk Lisseven staat lijnrecht tegenover volkswijk Overdie - hoewel niet letterlijk, want ze ligt aan de andere kant van Nederland in de rijke Brabante gemeente Waarle. Lisseven wemelt van de miljonairs, bij wie ik aanbel om te vragen of geld echt gelukkig maakt. En of hun rijkdom mag krimpen ten bate van meer Bruto Nationaal Geluk. Ook bezoek ik in Den Haag de briljante econoom Roefie Hueting, die al in 1969 pleitte voor het Duurzaam Nationaal Inkomen (DNI), waarbij niet alleen economische groei meetelt, maar evengoed alle natuur die je daarmee vervuilt en kapotmaakt. Onder de streep blijkt dan dat we al die decennia niet rijker werden, maar armer - en dat zonder oog voor Bruto Nationaal Geluk. Van dit alles doe ik verslag in: 'Weg met het groeigeloof'.
Als ze ergens in Nederland al proberen om het Bruto Nationaal Geluk te bereiken, dan ik dat in ecowijk Lanxmeer. Vanaf station Culemborg loop je de idylle zo in, waar alles is gedaan om de huizen op te laten gaan in het groen, dat van iedereen is maar nog het meest van de insecten, planten en vogels. En toch. Ook hier hebben mensen hypotheken, overlast van tuinslakken en ruzie over wel of niet parkeren voor deur. Dus is deze arcadische droom houdbaar? Die vraag stel ik in: 'Ecologisch totaalconcept'.
Al mijn hele leven kom ik in Terherne, een klein dorpje tussen de Friese meren. Mijn eerste begrafenis was ook daar, van de oude brugwachter die mij altijd sûkerlatten bij de thee gaf. In de winter dommelde Terherne in een grijze winterslaap, 's zomers bevolkten arbeiders- en ambtenarengezinnen de omliggende campings aan het water onder luifels en parasols in Caraco- en Chocomelkleuren. Maar vanaf de jaren negentig moesten ze vertrekken met hun langjarige stacaravans. De campings maakten plaats voor dure vakantieparken met strakke vakantievilla's in het gelid. Terherne is blij met de zaken, want weet nog goed hoe het is om geen geld te hebben. Maar het dorp zelf valt weg tussen alle nieuwbouw achter slagbomen. Als dit de gedroomde toekomst is, wat komt er dan straks? Is er toch nog een geitenpaadje te vinden naar Bruto Nationaal Geluk in Terherne? Daarover schreef ik het laatste deel van dit vierluik: 'Koude sanering in Kameleondorp'.
Het is hoe dan ook hoogste tijd voor een nieuwe definitie van welvaart. Als het Bruto Nationaal Product niet stijgt, is er meteen paniek. Vreselijk kortzichtig, want productiegroei zonder verdere aftakeling van het milieu is niet mogelijk met de techniek van nu. De ecologische voetafdruk van Nederland is bijvoorbeeld 3,4 aardbollen. Zoveel globes zijn nodig als iedereen zou leven als wij. Dat kan niet goed gaan en dus moet de economie eigenlijk krimpen, zeker hier. Die boodschap is en blijft taboe. Maar niet in deze artikelen.